Breda sluit het jaar 2015 voorlopig af met een positief resultaat van € 14,8 miljoen. Dit is voor € 12,8 miljoen bepaald door overschotten op de door het Rijk aan de gemeente overgedragen taken voor het sociaal domein (Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet).
De jaarrekening is voorlopig, omdat de financiële verantwoording en accountantscontrole over het sociaal domein nog niet zijn afgerond. Dat gebeurt als de jaarrekeningen van alle ketenpartners compleet zijn. De financiële positie van de gemeente is solide. Breda laat de periode van financiële tegenwind en herstel daarmee achter zich.
Paul de Beer, wethouder Financiën: “Het college is tevreden met dit voorlopig financieel resultaat over 2015. De onzekerheid over de taken die van het Rijk naar de gemeente kwamen, bleek voor Breda goed beheersbaar. Maar we blijven alert, wetende dat de komende jaren budgetten verder dalen. Met dit voorlopig resultaat stellen we het risico naar beneden bij, wat zorgt voor meer weerstand. Dat geeft ruimte om onze ambities in het bestuursakkoord 2015-2018 Focus op Vooruitgang volledig waar te maken. Samen met de stad en regio, daar waar de kansen zich voordoen.”
Verbetering risicoprofiel
In 2015 zijn diverse risico’s verdwenen door afronding van dossiers, dan wel afgenomen door bijvoorbeeld een beter perspectief van bouwontwikkelingen in de stad. Hierdoor is het totaal aan risico’s sterk afgenomen, wat zorgde voor een betere financiële positie. De voorbereiding van de overdracht van het sociaal domein, van Rijk naar gemeente, bezorgde de gemeente financiële onzekerheid. In 2015 werd dit risico geschat op 20 miljoen euro.
Breda koos voor behoud van de kwaliteit van zorg- en dienstverlening. Bij overdracht van zulke grote taken is er altijd een risico dat de eerste jaren financiële bijstelling nodig is. De ervaring van 2015 leerde dat het rijksgeld voor dat jaar voldoende was. Het overschot op het sociaal domein wordt samen met enkele al bestaande reserves een nieuwe reserve voor het sociaal domein. Deze reserve vangt mogelijke tekorten op voor de komende jaren bij de uitvoering van de nieuwe taken op het gebied van (jeugd-)zorg en participatie, evenals van de wet BUIG (bijstandsuitkeringen).
