‘Cannabisclubs oplossing voor drugscriminaliteit’

Foto: Publiek domein

Het Nederlandse softdrugsbeleid is failliet, volgens de Maastrichtse burgemeester Annemarie Penn- te Strake. De burgemeester van de Limburgse hoofdstad stelt dat de effecten van het gedoogbeleid, dat in de jaren zeventig opgesteld werd, niet uitgepakt zijn zoals destijds gehoopt werd. Het moet anders. Maar hoe?

Legaal maar toch verboden
De Opiumwet werd in de jaren zeventig aangepast. Er werd voor het eerst onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Cannabis behoorde tot de softdrugs en kreeg een aparte set regels toegeschreven. In Nederland is de verkoop van wiet aan de voordeur gereguleerd, terwijl het aan de achterdeur als een criminele activiteit wordt beschouwd.

Coffeeshops mogen volgens de wet wiet verkopen, en klanten mogen het afnemen en gebruiken. Echter is het verboden om wiet te telen en aan coffeeshops te leveren. Het levert een typisch Nederlands dilemma op. Coffeeshops moeten toch aan hun product zien te komen en dit kan niet anders dan via een illegale weg.

Nieuwe vormen
Het gedoogbeleid is aantrekkelijk voor drugstoeristen, coffeeshops zijn commerciële organisaties geworden en de handel in hard- en softdrugs loopt door elkaar heen, volgens Penn- te Strake. Aanvankelijk werd niet gevreesd voor georganiseerde drugshandel.

Nu weten we volgens haar dat dit onterecht was. Deze effecten waren niet beoogd tijdens het invoeren van het gedoogbeleid. De bedoeling was simpelweg het gebruik van cannabis te legaliseren. Volgens Penn- te Strake moeten er nieuwe vormen worden gevonden waarbij dit ook mogelijk is.

Legalise it
Het legaliseren van de Nederlandse wietteelt is een oplossing die vaker aangedragen wordt. Hiermee wordt het gehele proces, van achterdeur tot voordeur, uit de criminaliteit gehaald. Dit is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het telen moet goed gereguleerd worden. Bovendien zouden internationale verdragen tegen de drugshandel het proces wellicht onmogelijk maken. Complete legalisering en regulering is een optie, maar moeilijk uit te voeren.

Cannabis Social Clubs
Penn- te Strake pleit voor kleine clubs waarin mensen telen ten behoeve van hun eigen recreatieve gebruik. Ze noemt ze ‘Cannabis Social Clubs’. De wiet en hasj zou voor eigen gebruik, binnen de groep, worden geteeld. Dit kan er voor zorgen dat criminelen, die nu nog veel geld verdienen door grootschalige teelt en verkoop aan coffeeshops, buitenspel worden gezet.

Eerder dit jaar werd de eerste Cannabis Social Club in Nederland echter een halt toe geroepen door het Openbaar Ministerie. De vereniging ‘Tree of Life’ ging uit van het beleid dat iedereen maximaal vijf cannabisplanten voor eigen gebruik mag bezitten. De groepsleden teelden hun hennepplantjes gezamenlijk op één locatie.

Het OM begreep dat er geen sprake was van beoogde winst, maar desondanks werden de activiteiten van de club als strafbaar gezien vanwege de schaal van productie en mate van professionaliteit. Wil het voorbeeld van Penn- te Stake levensvatbaar zijn, zal het gedoogbeleid in Nederland verruimd moeten worden. Hoe dan ook is het duidelijk dat het beleid omtrent softdrugs in de huidig vorm toe is aan verandering.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen