Briljant: kinderporno bestrijden door verspreiden [column]

Foto: Pauw

Meestal als ik een column schrijf, zoek ik op internet naar achtergrondinformatie om mijn argumenten met feiten te kunnen onderbouwen en om in één moeite door mijn kennis over het betreffende onderwerp te vergroten.

Met gemengde gevoelens heb ik dat deze keer niet gedaan (stom, zie reactie onderaan!*).
Gemengde gevoelens omdat ik aan de ene kant vind dat ik boven de bezwaren tegen het opzoeken van dit onderwerp moet staan. Het gaat hier tenslotte enkel om het zoeken naar informatie om mijn betoog in deze column te versterken. Bovendien houd ik niet van taboes aangezien iets ontkennen of wegstoppen nog nooit iets heeft opgelost. Dit in tegenstelling tot open en eerlijk met elkaar communiceren over gevoelige onderwerpen.
Aan de andere kant begrijp ik mezelf ook wel weer waarom ik geen zin heb om op mijn computer in google het woord “kinderporno” in te gaan tikken. Afgezien van dat Edward Snowden (zie ook column 91) mij het paranoïde gevoel heeft bezorgd dat je in zo’n geval de rest van je leven bij geheime diensten over de gehele wereld in the picture staat als potentieel kinderpornoliefhebber, wil ik ook gewoon niet weten wat ik dan allemaal zal tegenkomen. Al ga ik er daarbij nog wel voor het gemak van uit dat het allemaal zal meevallen aangezien ik mag aannemen én hoop dat je eerst nog flink wat hobbels zal moeten nemen alvorens je echte kinderporno op internet tegenkomt. Of ben ik nu vreselijk naïef?

Geavanceerde digitale animatiekinderporno

Aanleiding van mijn column over dit gevoelige onderwerp is de uitzending van Pauw van afgelopen vrijdag waarin twee mannen van de politie vertelden hoe zij onlangs in nauwe samenwerking met een aantal andere landen het grootste kinderpornonetwerk van de wereld wisten op te rollen.
Over dit succes en alles wat er verder aan tafel bij Pauw over werd verteld, heb ik weinig opmerkingen. Maar het schoot mij te binnen dat een tijd terug in De Wereld Draait Door ooit iemand te gast was die een even eenvoudig als – in mijn ogen – briljant plan had op het gebied van de aanpak van kinderporno: kinderporno bestrijden door verspreiden.
Zijn voorstel: laat mensen (pedofielen of andere kinderpornogebruikers* lijkt me, want een gemiddeld persoon zal daar niet snel voor te porren zijn vermoed ik) met behulp van de geavanceerde digitale animatietechnieken van deze tijd kinderporno maken en verspreiden. Enthousiast is natuurlijk niet het goede woord, maar ik weet wel dat ik het meteen een geweldig idee vond. Maar ik geloof dat ik een van de weinigen was, want bijster veel bijval kreeg de beste man niet. Wat overigens ook mede veroorzaakt kan zijn door het “kleine” detail dat als men dit plan ooit zou willen gaan uitvoeren eerst nog even de wet moet worden aangepast die verspreiding van kinderporno op welke wijze dan ook (echt of digitaal/getekend) verbiedt*.
Hoe vreemd dit plan in eerste instantie misschien ook overkomt, ligt het achterliggende doel voor de hand: als je pedofielen of anderen* met de drang naar kinderporno een platform biedt waar geavanceerde digitale animatiekinderporno te vinden is, worden échte kinderen hopelijk (meer) met rust gelaten en scheelt dat een boel ellende en kinderleed in de wereld. Je mag namelijk hopen dat zoiets voor veel kinderpornoliefhebbers een uitkomst biedt, bijvoorbeeld doordat het resulteert in een enorme vermindering van schaamtegevoelens.

Nature en nurture

Naar een belangrijke reden waarom dit plan niet goed werd ontvangen, kan ik wel raden en die sluit feilloos aan op mijn vorige twee columns (zie 221 en 222). Gechargeerd gezegd komt het erop neer dat een gemiddeld mens kinderporno (vanzelfsprekend) walgelijk vindt en daarbij meestal ook nog van mening is dat iedere pedofiel of andere kinderpornogebruiker* die ernaar kijkt en/of eraan verslaafd is het niet verdient om te leven en dood moet.
Hoe begrijpelijk ik deze gedachtes en emoties ook vind, kijk ik verder dan dat. Om te beginnen moeten we beseffen dat het gewoon niet zo is dat wij allemaal ongeveer hetzelfde zijn maar dat sommige mensen in hun leven toevallig de onbegrijpelijke keus maken om een pedofiel of een ander seksueel afwijkend persoon* met een met een verslaving aan kinderporno te worden.
Om dit fenomeen te begrijpen, zullen we vooral naar de nature-kant (lees: de hersenen) van de betreffende pedofielen en andere kinderpornoliefhebbers* moeten kijken. Net als bij psychopaten of mensen met andere extreme psychische stoornissen of afwijkingen zijn de hersenen van verslaafden aan kinderporno nu eenmaal ook anders dan gemiddeld.
Verder kunnen de nurture-omstandigheden van deze kinderpronoverslaafden ook niet onbelangrijk zijn, zeker daar waar zij opgroeien in een omgeving waarin de aanwezige verkeerde seksuele prikkels in plaats van gekanaliseerd en gedempt juist opgewekt en versterkt worden.

Druppels op een gloeiende plaat

Wie denkt dat je kinderporno(liefhebbers) kunt verbannen uit deze wereld, moet ik teleurstellen: dat zal nooit gebeuren. Net als dat je het kwaad in het algemeen nooit zult kunnen uitroeien. Dus blijft er maar één mogelijkheid over: accepteren dat het er is en proberen het te kanaliseren en in zo acceptabel mogelijke banen te leiden.
Dat dan toch het plan van het maken van digitale animatiekinderporno niet “enthousiast” wordt ontvangen, is dan ook – afgezien van de problemen ten aanzien van (het moeten aanpassen van) de wet* – naar mijn mening geheel te wijten aan het geven van de voorkeur aan het door walging wegkijken en het daardoor ontkennen van dit vreselijke probleem boven het onder ogen zien van de realiteit en kijken wat je eraan kunt doen.
Walgen van kinderporno(liefhebbers), pedofielen en alles daar omheen (en dus ook van digitale animatiekinderporno) en ze allemaal dood wensen, lost niets op. En hoe goed ik het werk ook vind van de politiemannen bij Pauw en uiteraard van mening ben dat ze daarmee moeten doorgaan, betwijfel ik ook of dit soort oplossingen niet gewoon druppels zijn op een gloeiende plaat.
Zoals uit de gesprekken bij Pauw helaas al duidelijk werd, neemt kinderporno in deze keiharde wereld de laatste tijd alleen maar enorm toe en dus vrees ik dat daar waar er aan de ene kant een kinderpornonetwerk wordt opgerold er aan de andere kant weer even snel een nieuw netwerk zal opduiken.
Het maken en verspreiden van geavanceerde digitale animatiekinderporno (en dit mogelijk maken door een wijziging in de wet*) lijkt mij een stuk geschikter als poging om daadwerkelijk structureel iets aan het probleem te doen. Preventie – wat voor mij hier inhoudt: het voorkomen dat echte kinderen voor kinderporno worden ge-/misbruikt – is nog altijd veel beter dan handhaving.

Een column schrijven zonder achtergrondinformatie op te zoeken; het is me gelukt (maar het was zeer onverstandig!*). Al besef ik wel dat vanaf het moment van publiceren van deze column op internet voortaan mijn naam en het woord “kinderporno” soms in één zin te vinden zijn. Walgelijk, maar wel de realiteit.

 

Tonko

Wil je reageren op deze column? Laat hieronder uw reactie achter. Interesse in andere columns van Tonko? Lees zijn weblog.

 

* zie reactie hieronder!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen