Interview: ‘Psychische klachten door slechte ventilatie’

Zeven jaar na de geconstateerde gezondheidsrisico’s in nieuwbouwwijk Vathorst, maakt Annelies van Bronswijk, emeritus hoogleraar aan de TU Eindhoven, zich nog steeds ernstig zorgen over het binnenklimaat in woningen in relatie tot energiebesparing. Haar boodschap? “Scherp de ventilatie-eisen aan.”

Nog altijd krijgt ze mailtjes van bewoners die net een huis kochten en klachten hebben over het binnenklimaat. Maar de leverancier van luchttechnische apparaten kan opgelucht ademhalen. Annelies van Bronswijk bijt zich niet meer zoals vroeger vast in ontluisterende en adembenemende nieuwbouwdossiers. “Als emeritus hoogleraar onderzoek ik die niet meer zo grondig.”

Energie besparen is de kou buiten houden, maar daarmee tegelijkertijd de frisse lucht. Ook het op een bepaalde manier inregelen van ventilatiesystemen levert de bouwer energieprestatiepunten op. Het klinkt logisch, maar over de gezondheidseffecten die deze installatietechnische ingrepen in combinatie opleveren, wordt nauwelijks nagedacht, waarschuwt een groeiende groep van deskundigen.

Stijgende zorgkosten

Ook Van Bronswijk signaleert dat de focus op energiebesparing in combinatie met matige ventilatie grote risico’s met zich mee brengt. “Inderdaad. En de nieuwbouwwoning scoort in het algemeen niet beter dan de bestaande woning. Wat er moet gebeuren? Men moet zich niet op energiebesparing focussen, maar op de menselijke gezondheid tot op hoge leeftijd. Kijk daarna pas hoeveel energie je nog kunt besparen.”

Ze zwemt tegen de stroom in, dat maakt haar niet bij iedereen geliefd. “De ietwat controversiële wetenschapper overdrijft een beetje”, klinkt in het veld van adviseurs, toeleveranciers en andere normenmakers. En toch lijkt het dat zij steeds meer bijval krijgt. Hoewel, de principiële discussie die ze aanzwengelt wordt in politiek Den Haag helemaal niet gevoerd. Van Bronswijk: “Het ontbreekt aan een goede basis. Wat is onze prioriteit? Is dat langetermijndenken? Ons richten op optimale gezondheid tot op zeer hoge leeftijd, waarmee de zorgkosten omlaag gaan? Of is dat het huidige kortetermijndenken? Namelijk het energiegebruik terugdringen?”

Op iedere vraag volgt een wedervraag. Maar het mag duidelijk zijn: de professor is pessimistisch. Alsof de ‘binnenklimaatbom’ van aandacht jaren geleden voor niets is geweest. “Ja, ik maak me zorgen over nieuwbouwwoningen. Zolang gezondheid geen prioriteit heeft in de bouwregelgeving trek ik een bedenkelijk gezicht. We zijn ook ver afgedwaald van de oorspronkelijke versie van de Woningwet, die ook aan de Tweede Kamer werd gepresenteerd als een wet ten behoeve van de volksgezondheid.”

Bedenkelijk

‘Vaker ongevallen door cv-ketels’. Gezin onwel’. Het risico op vergiftiging door koolmonoxide (CO) is volgens Van Bronswijk het grootste onderschatte thema van dit moment. Ze verwijst naar tal van websites, nieuwsberichten en informatiepunten die waarschuwen voor fatale incidenten en moeten bewijzen dat het probleem zeker niet is opgelost.

“En dat terwijl het technisch goed mogelijk is om in iedere ruimte een koolmonoxidesensor te hebben die niet alleen CO detecteert, maar ook het falende apparaat subiet afsluit. Wel graag een sensor met een schermpje met de mededeling waarom het apparaat is afgesloten. Anders zet de gebruiker het apparaat gewoon weer aan, zoals we zagen in een eerder geval van dodelijke CO-vergiftiging.”


Hoofdpijn

Criticasters voeren aan dat dodelijke ongevallen met koolmonoxide op één hand te tellen zijn en dikwijls het gevolg zijn van menselijke ontwerp- en installatiefouten. Met andere woorden: waar gehakt wordt, vallen nou eenmaal spaanders. Volgens Van Bronswijk is er echter veel meer aan de hand. Zij vermoedt dat talloze bewoners dag in dag uit, zonder het te weten, langdurig worden blootgesteld aan concentraties CO, zij het zeer lage.

“Dat is niet dodelijk, maar ze geven wel verschijnselen als hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken of een aanhoudende vermoeidheid met op den duur psychische gevolgen. Veel van deze symptomen kunnen eenvoudig vastgesteld worden door een doorlopende meting van het CO2-gehalte van de binnenlucht.”

Sluipmoordenaar

Dat het binnenklimaat in woningen onder druk staat, bleek begin dit jaar uit een rapport van het Monicair Consortium (Leveranciers, onderzoekers, TU Delft, TNO). Hoewel de luchtkwaliteit in woningen gemiddeld op orde was, schoot die in onderzochte slaapkamers juist tekort en werd de ondergrens daar vaker overschreden. Het heeft volgens specialisten te maken met de opzet van het Bouwbesluit, dat veelal uitgaat van eisen op bouwproductniveau en niet van prestatie-eisen op gebouwniveau.

Mede naar aanleiding van dat laatste rapport staat de ventilatienorm op het moment ter discussie. Van Bronswijk vindt dat niet ver genoeg gaan. Zij dringt aan op een aanscherping van de norm: “Om chronische gezondheidsklachten te voorkomen moet het ventilatieregime worden ingesteld op zo’n 700-800 ppm (parts per million). Het Bouwbesluit blijft nu echter hangen op technische maatregelen die het niveau van 1000-1200 ppm kunnen halen onder de meest gunstige omstandigheden. Met andere woorden: niet onder de meest ongunstige omstandigheden.”

De geur van het voorjaar

Over het belang van ventilatie kan volgens haar geen misverstand bestaan. En al is ze straks jaren met pensioen, nooit zal ze het onderwerp helemaal loslaten. Ergens koestert ze de hoop dat het op een dag goed komt. “Gelukkig zijn er nog veel woningen met een energielabel G”, grapt ze ietwat provocerend.

Ze besluit: “Ventilatie is iets van 24 uur, 7 dagen in de week, 365 dagen per jaar en 366 dagen in een schrikkeljaar in iedere betreedbare ruimte en dient door bouw en installatie gegarandeerd te worden. De bewoner moet daarbij de mogelijkheid hebben om extra te luchten of te ventileren uit comfortoverwegingen. Of om even de geur van het voorjaar op te snuiven. Het gebeurt niet. Het kost nou eenmaal energie.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen