Bredanaar 7,5 jaar celstraf voor doden 7 maanden oude zoontje

30 jan 2020, 00:00 112
gerechtsgebouw 2018 breda 43
Jack Janssen Fotografie
Een 26-jarige man uit Breda is vandaag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar en 6 maanden voor doodslag op zijn zoontje. De rechtbank vindt dat er wettig en overtuigend bewijs is dat de man op 18 november 2017 de 7 maanden oude baby zo ernstig heeft mishandeld dat het jongetje als gevolg daarvan is overleden.
De rechtbank spreekt van een gruwelijk feit. Naast zeer ernstig hersenletsel en bloedingen in het netvlies stelden deskundigen ook ernstige verwondingen in de mond vast.

Zorgelijke toestand

De man was in de avond van 18 november enige tijd alleen met zijn zoontje thuis, terwijl de moeder van het kind een boodschap ging doen. Bij thuiskomst constateerde de moeder dat haar zoontje zwaarder ademde en dat de toestand van haar kind er zorgelijk uitzag. De man weigerde om samen met hun zoontje naar de huisartsenpost te gaan. Toen het kind later in de nacht niet meer ademde, belde de man 112.
De man heeft tijdens het onderzoek wisselende en onjuiste verklaringen afgelegd. Hij heeft nooit echt openheid van zaken gegeven over wat er zich die bewuste avond heeft afgespeeld. De moeder van de baby en de naaste omgeving weten nog steeds niet hoe de laatste momenten van en voor de baby zijn geweest. De rechtbank rekent dit de vader zwaar aan.

Waarom geen tbs?

De officier van justitie had tbs met dwangverpleging geëist. De rechtbank gaat echter mee in de redenering van de advocaat dat een tbs-maatregel niet kan worden opgelegd. Uit de rapporten die over de persoonlijkheid van de man zijn uitgebracht blijkt namelijk onvoldoende van welke gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis sprake is. De man heeft niet meegewerkt aan het persoonlijkheidsonderzoek. Verder kan ook niet worden vastgesteld of er kans op herhaling is. Dat is nodig om tbs op te kunnen leggen.
Er is ook onderzoek gedaan naar de toerekeningsvatbaarheid van de man voor de mishandeling en de doodslag. De deskundigen konden hierover ook geen uitspraken over doen. Op basis van de wel beschikbare informatie van de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte niet ‘normaal’ functioneerde tijdens het plegen van de doodslag. De rechtbank concludeert daar uit dat er sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid.

Shockschade

De moeder eiste een schadevergoeding van 40.00 euro voor zogenoemde shockschade. Door de beelden in haar hoofd van haar zwaar mishandelde kind heeft de vrouw sindsdien psychische klachten. De rechtbank kent een schadebedrag toe van 25.000 euro.

Overschrijding wettelijke termijn

Behandeling van een strafzaak moet plaatsvinden binnen een redelijke termijn*. In deze zaak is de termijn met 10 maanden overschreden. Daarmee heeft de rechtbank bij het opleggen van de straf rekening gehouden. De straf is met 6 maanden gekort*
* = artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht heeft om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008 (LJN: BD2578) Bron: Rechtspraak.nl