Vaker obesitas bij lager opgeleiden en ouderen

05 apr 2016, 9:28 Afvalrace
barbarataal afvalrace
Barbara Taal

In 2015 waren evenveel mensen te zwaar als in 2014. Hoe lager iemands onderwijsniveau en hoe ouder iemand is, hoe vaker hij of zij overgewicht heeft. Dit blijkt uit de Leefstijlmonitor 2015, een samenwerkingsverband van CBS, RIVM, Voedingscentrum en Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen.

Van de laagst opgeleiden, mensen die ten hoogste basisonderwijs hebben behaald, heeft 65 procent matig of ernstig overgewicht. Van de hoogst opgeleiden is dit 35 procent. Bij obesitas is dit verschil groter: van de mensen van 25 jaar of ouder, die hooguit basisonderwijs hebben afgerond, heeft een kwart obesitas (ernstig overgewicht). Onder universitair opgeleiden is dat 6 procent.

Ook leeftijd speelt een rol. Naarmate mensen ouder worden, neemt het aantal gevallen van overgewicht toe. Van de jongeren (4 tot 20 jaar) heeft 12 procent overgewicht. Vanaf 20 jaar neemt het aandeel mensen met overgewicht toe; 6 op de 10 mensen van 50 jaar of ouder is te zwaar. Minder dan 5 procent van de 4- tot 20-jarigen heeft obesitas, bij de 40-plussers is dit ongeveer 17 procent. In dit onderzoek melden respondenten zelf hun gewicht en lengte.

Verdubbeling obesitas sinds de jaren 80

Sinds 1981 is het aandeel Nederlanders van 20 jaar of ouder met obesitas meer dan verdubbeld. Het laatste decennium lijkt deze tendens wat af te vlakken. Ook onder kinderen en jongeren nam het vóórkomen van obesitas in de loop van de jaren toe, maar deze toename was minder sterk. In 2015 was het aandeel Nederlanders met overgewicht en obesitas vergelijkbaar met een jaar eerder.

Of een laag opleidingsniveau de kans op overgewicht of obesitas verhoogt, of juist overgewicht invloed heeft op opleiding, of dat beide het gevolg zijn van andere factoren, kan op basis van dit onderzoek niet worden vastgesteld. Mogelijk zijn zelfs alle drie waar. Ouderen hebben ook vaker overgewicht en zijn vaker laagopgeleid. Daardoor bevinden zich onder lager opgeleiden naar verhouding meer ouderen. Wanneer echter rekening wordt gehouden met dat leeftijdsverschil, dan nog blijken laag opgeleiden vaker overgewicht te hebben dan hoog opgeleiden.

Jongeren juist het zwaarst?

Vorige week was in het nieuws dat juist jongere generaties meer risico hebben op gezondheidsproblemen door obesitas dan oudere generaties. Dit kwam uit een onderzoek van het RIVM . De huidige jongeren zijn op dit moment minder vaak te zwaar dan de huidige ouderen. Maar toen de huidige ouderen jong waren, hadden ze minder vaak gewichtsproblemen dan de jongeren van nu. Deze (kleine) stijging van het aantal jongeren met overgewicht of obesitas betekent dat er in de toekomst waarschijnlijk nog meer ouderen met overgewicht zijn.

Mogelijke oorzaken meer overgewicht bij lager opgeleiden

In de essaybundel Aan Tafel worden verschillende redenen genoemd waarom mensen in achterstandsituaties vaker kiezen voor ongezonder voedsel. Vers en gezond eten is in achterstandswijken minder beschikbaar, in plaats daarvan zijn er veel prijsvechters met reclame voor ongezonde producten en snackbars en fastfoodverkopers. Mensen met een kleine beurs kiezen vaker voor zoveel mogelijk calorieën voor hun euro in de vorm van goedkoop, energierijk voedsel. Ook zijn in deze wijken vaker gevaarlijke verkeerssituaties en minder parken en speel- en sportgelegenheden waardoor mensen minder bewegen.

Iedereen kan bijdragen

Er is voor iedereen, maar vooral voor lager opgeleiden dus nog veel winst te behalen op het aanleren van gezonde eetgewoontes en het gezonder maken van de omgeving. Op beide hebben gemeentes invloed, en hiervoor biedt het Voedingscentrum ondersteuning in de vorm van informatie, richtlijnen en beleid.

Om dit voor elkaar te krijgen is de inzet en het voorbeeld van ouders en vele andere partijen noodzakelijk. Van de leerkracht tot de burgemeester, van de voetbaltrainer tot de buurtwerker, van de huisarts tot de verloskundige, van de supermarktmanager tot de cateraar, van de kapper tot de gymleraar, van de marketeer tot de fabrikant.