Regionale aanpak schoolverlaten

12 sep 2016, 9:07 Gemeente
samenwerkingsovereenkomst boyd smith photo
Gemeenten en het onderwijs in West-Brabant gaan de komende jaren vol inzetten op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en het begeleiden van kwetsbare jongeren naar kansrijkere posities in de maatschappij.
Voor de nieuwe aanpak 2017-2020 vragen gemeenten en onderwijs 1,5 miljoen euro subsidie per jaar aan de Rijksoverheid.

Doeltreffende maatregelen continueren

De nieuwe aanpak betekent een volgende stap in het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (vsv) en bouwt voort op de ervaring die in voorgaande jaren is opgedaan. Verder is de vsv-problematiek in West-Brabant uitgebreid geanalyseerd om tot een zo effectief mogelijk pakket aan maatregelen te komen. In de praktijk betekent dit dat doeltreffende maatregelen uit voorgaande jaren worden doorgezet, en dat daar waar nodig nieuwe maatregelen zullen worden gelanceerd, zodat alle jongeren in West-Brabant efficiënt naar onderwijs of werk kunnen worden geleid.
Waren de afgelopen jaren de inspanningen met name gericht op het behalen van een startkwalificatie, nu wordt veel meer gekeken naar wat ‘het hoogst haalbare’ voor een jongere is.
“Natuurlijk zien we jongeren het liefst in de schoolbanken”
, zegt Miriam Haagh, wethouder Onderwijs in Breda en tevens voorzitter van de Regionale Regiegroep Voortijdig Schoolverlaten.
“Maar soms blijkt school niet de beste plek te zijn en is het behalen van een startkwalificatie niet haalbaar. Dan moeten we voor die jongeren ook oog hebben. Met de nieuwe aanpak richten we ons daarom ook op het begeleiden van onderwijs naar werk, ongeacht of een jongere een startkwalificatie heeft. Iedereen verdient op weg naar een kansrijke toekomst namelijk een duwtje in de rug.”
De nieuwe aanpak Iedereen op z'n plek in West-Brabant gaat via een vijftal sporen lopen:
  • Er wordt extra geïnvesteerd in een sluitend netwerk voor jongeren in een kwetsbare positie. Niemand mag in West-Brabant buiten de boot vallen, bijvoorbeeld omdat hij of zij niet in het juiste hokje past. Daarom gaan gemeenten en onderwijs extra investeren in doorstroom, zowel van onderwijs naar onderwijs als van onderwijs naar werk. Ook wordt een ombudsman/vrouw aangesteld om individuele jongeren met financiële studieproblematiek te helpen.
  • Ongediplomeerde thuiszitters (voortijdige schoolverlaters) tussen 18 en 23 jaar krijgen vanaf nu een persoonlijk traject aangeboden om binnen een veilige setting en onder intensieve professionele begeleiding naar het onderwijs terug te kunnen keren en alsnog een startkwalificatie te behalen.
  • Gemeenten en onderwijs nemen maatregelen om de overgang van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar onderwijs nog soepeler te laten verlopen. Dit om te voorkomen dat jongeren die de keuze hebben tussen werken of verder studeren, voor het ‘snelle geld’ kiezen en daardoor hun toekomstige kansen op de arbeidsmarkt verkleinen.
  • Op niveau 3 en 4 van het MBO is de uitval nog steeds hoog. Daarom komen er voor deze doelgroep specifieke maatregelen om de persoonlijke effectiviteit en studiebevlogenheid binnen deze opleidingsniveaus te vergroten en zo voortijdige schooluitval te voorkomen.
  • Tot slot gaan onderwijs en gemeenten door met het opvangen van vo-ers en mbo-ers in speciale Plusvoorzieningen wanneer zij door persoonlijke omstandigheden tijdelijk niet aan het reguliere onderwijs kunnen deelnemen.
Met deze intensieve aanpak wil de regio een effectieve bijdrage leveren aan het verder terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Dat is nodig, want de landelijke doelstelling voor 2020 gaat uit van een structurele vermindering van het aantal uitvallers met 5.000 tot maximaal 20.000 per jaar.
Maandag 12 september ondertekenden wethouder Miriam Haagh namens de 18 West-Brabantse gemeenten en Arjan Kastelein (ROC West-Brabant) namens het onderwijs de subsidieaanvraag. Ze gaven daarmee ook meteen het startsein voor de invoering van de nieuwe maatregelen.