De nachten worden langer en kouder. Zin om in de keuken wat lekkers klaar te maken? Je kan ze bij de bakker halen, maar je kunt worstenbroodjes natuurlijk ook zelf maken.
Even een stukje geschiedenis: het worstenbroodje is ontstaan als een manier om vlees langer houdbaar te houden. Dit deed men door het worstje te bewaren in zacht wit brooddeeg. Vaak werd wat ouder restvlees gebruikt in de broodjes. Dit zorgde ook voor een lagere prijs dan bijvoorbeeld een saucijzenbroodje. Vroeger was een worstenbroodje vooral een feestmaal in Brabant tijdens Carnaval en na de mis tijdens kerstnacht. Inmiddels is het uitgeroepen tot
cultureel erfgoed .
Ingrediënten:
- 450 gram mix voor witbrood (bijvoorbeeld van Koopmans)
- 400 gram half-om-halfgehakt
- 2 eieren
- 2 eetlepels paneermeel
- Halve theelepel nootmuskaat
- 1 eetlepel mosters
- 1 mespunt gemalen kruidnagel
- 2 eetlepels bloem
Zo maak je het:
- Bereid het brood zoals aangegeven op de verpakking. Meng het gehakt met één ei, het paneermeel, nootmuskaat, kruidnagel, mosterd en eventueel wat peper en zout. Rol vervolgens worstjes.
- Verdeel het brooddeeg in kleine porties en rol het plat. Leg een worstje erin en vouw het brooddeeg er omheen. Laat het vervolgens een kwartier rijzen.
- Leg de broodjes op een bakplaat bekleed met bakpapier en klop een ei los. Bestrijk daarna de bovenkant worstenbroodjes in met ei.
- Bak de worstenbroodjes 25 minuten gaar in een oven van 200 graden.