De eikenprocessierups is de larve van de eikenprocessievlinder. Die vlinder kwam vroeger incidenteel in Nederland voor maar was tot begin jaren negentig vooral te zien in Midden- en Zuid-Europa. Onder andere door de invloed van de klimaatverandering, maar ook doordat er in Nederland veel eiken zijn aangeplant, is het leefgebied van de vlinder naar het noorden opgeschoven.
Behandelingen
Wanneer je in aanraking komt met de brandharen van een processierups is het verstandig om de huid zoveel mogelijk af te spoelen. Bij jeuk is het niet verstandig om over de huid te wrijven aangezien de brandharen op die manier verder verspreid worden. Om de jeuk tegen te gaan kan het helpen om een crème te halen bij de apotheek. Doe je kleding meteen in de was.
Plakband
Krabben tegen de eikenprocessierupsjeuk helpt niet. Beter is het om de huid af te nemen met plakband. Zo trek je de haartjes eruit. Daarna kun je afspoelen met lauw water. Trek kleding aan die armen en benen bedekt en ga niet in de buurt van eiken op de grond zitten.
Hoelang houden we overlast
De meeste rupsen zullen in de eerste helft van juni het vierde larvestadium bereikt hebben. De nesten zullen door de twee opvolgende vervellingen in formaat toenemen. De vervellingshuidjes inclusief brandharen blijven in de nesten zitten. De overlastperiode zal tot in juli aanhouden. De precieze lengte van de periode hangt af van de temperatuurontwikkeling.
Waar verwijdert de gemeente de rups?
De gemeente verwijdert dagelijks eikenprocessierupsen door de hele stad. Omdat er dit jaar zoveel rupsen zijn, stellen zij dagelijks prioriteiten en pakken de ergste plekken aan.
Heeft melden van rupsen nog zin?
heeft zeker zin. Op basis hiervan kijkt de gemeente waar we het eerste naar toe moeten. Plekken waar veel mensen zijn, met name kinderen, krijgen voorrang bij het ruimen, bijvoorbeeld doorgaande (fiets)routes, kinderdagverblijven en speeltuinen. Verder plaatst de gemeente op drukbezochte plekken borden om mensen te attenderen op de aanwezigheid van de rups. Denk hierbij aan recreatieterreinen, speelplekken en hotspots.
Bron: naturetoday.com en Gemeente Breda