Buurtmoestuinen en andere vormen van stadslandbouw kunnen bijdragen aan de
gezondheid van bewoners. Door in deze moestuinen te werken bewegen mensen meer en eten ze meer groente en fruit. Dat blijkt uit literatuuronderzoek door het
RIVM.
Het
RIVM heeft 18 wetenschappelijke onderzoeken op een rij gezet. Dit is een beperkte hoeveelheid, maar geeft wel een goed beeld van de effecten van stadslandbouw.
Talrijke positieve gevolgen
De onderzoeken suggereerden dat stadslandbouw goed kan zijn voor gezondheid door afname van stress, meer beweging, het eten van meer groente en fruit (die zelf gekweekt zijn) en meer sociale contacten, in het bijzonder bij ouderen. Hiernaast kan stadslandbouw ook goed zijn voor de buurt, bijvoorbeeld door sociale cohesie.
Trend
Bewoners van steden gebruiken steeds vaker braakliggende grond om met buurtgenoten groente te verbouwen. Dit sluit aan bij de trend om in steden meer groen en parken aan te leggen en om meer biologische, lokaal geproduceerde producten te eten. Het sluit ook aan bij de behoefte om meer betrokken te zijn bij de eigen woonomgeving.
Conclusie
Deze niet-commerciële buurtmoestuinen kunnen bijdragen aan de gezondheid en de kwaliteit van de leefomgeving. Dat geldt trouwens ook voor de traditionele volkstuintjes. Wel is het belangrijk dat de risico's door eventuele bodem- en luchtverontreiniging tot een minimum zijn beperkt.
Waarom dit onderzoek?
De bevindingen van het RIVM worden onder andere gebruikt voor onderzoek naar moestuinen in verschillende Europese landen, zodat ieder land op dezelfde manier en regelmatig het effect kan meten.