Op de plek waar precies 75 jaar eerder de Poolse bevrijders de stad binnentrokken, eerden president Andrzej Duda en koning Willem-Alexander dinsdag Poolse veteranen op de Grote Markt. Het plein was het eindpunt van een grote militaire parade die door de straten van Breda trok om de bevrijding te vieren. ‘We eren onze Poolse bevrijders, en we zijn dankbaar dat sommigen vandaag in ons midden zijn’, sprak de koning vanaf het bordes van het Oude Stadhuis.
Klappend ontving een stampvolle Grote Markt de colonne Poolse militaire voertuigen. Waar deze voertuigen 75 jaar eerder werden getooid door zwaaiende Poolse bevrijders, stonden er dit keer jongere soldaten op. De oorlogsveteranen aanschouwden de Markt dit keer vanaf een andere plek: vooraan op de eretribune. Een andere eregast, de zoon van generaal Maczek, nam de aankomst waar voor zijn vader. Op het bordes van het Oude Stadhuis ontvingen de Poolse president Duda en koning Willem-Alexander de colonne, die bestond uit tanks, afweergeschut en bepantserde jeeps.
Veel Bredanaars waren naar de Markt toe gekomen om de Poolse bevrijders een eer te bewijzen. Toeschouwers drongen door de mensenmassa om een glimp van het spektakel op te vangen. Boven terrasluifels bungelden de benen van bewoners die uit hun raam hingen. Een jongen probeerde vanaf een lantaarnpaal beter zicht te krijgen. Terwijl Freedom van Aretha Franklin, gezongen door studenten van de Fontys Academie voor Muziek- en Musicaltheater, van het grote podium naast de Grote Kerk schalde, klapten de president en koning met het publiek mee.
De afsluitende toespraak van de koning kon op veel applaus rekenen, toen hij sprak over de toekijkende Poolse bevrijders: “Breda en Nederland houden van jullie. We zijn hier gekomen om te herinneren hoe jullie vochten voor ons geluk. Jullie zijn hier altijd welkom.” En bij die woorden sloot de Poolse president zich aan. “Glorie aan de gevallenen”, besloot Duda.
