Een glazenwasser raakt tijdens zijn werkzaamheden zwaargewond na een val van een luifel van twee meter hoog. Hij stelt de eigenaar van het bedrijfspand aansprakelijk, omdat hij vindt dat het luifel gebrekkig was. De rechtbank stelt de glazenwasser in het gelijk. Uit deze zaak blijkt nog maar eens dat een eigenaar aansprakelijk is als schade ontstaat door een gebrek aan het pand, zelfs als hij daar niets vanaf weet.
Wat speelt er in deze zaak? Een glazenwasser is in oktober 2022 bezig met het schoonmaken van een gevel van een bedrijfspand. Hij gebruikt een ‘tuckersysteem’ waarmee je op afstand ramen kunt reinigen. Om er goed bij te kunnen, gaat hij op het luifel bij de ingang van het pand staan. De luifel bestaat uit een stalen U-profiel waarin roosters liggen en fungeert als zonneluifel.
Dan gaat het echter helemaal mis. Plots schiet het rooster los en valt de glazenwasser ruim twee meter naar beneden. Hij loopt onder meer een breuk in de hersenschedel, een breuk in de oogkas, een verbrijzeling in de ruggenwervel, zes gebroken ribben, een verbrijzeld sleutelbeen, een gebroken rechterhand en een klaplong op. Mede door het hersenletsel loopt hij ook ernstige psychische klachten op. Door de val is de glazenwasser volledig arbeidsongeschikt geraakt. De man heeft geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, Hij start een rechtszaak om de eigenaar van het pand aansprakelijk te stellen voor zijn letselschade.
De eigenaar van het pand vindt niet dat hij aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade. Volgens hem was de luifel niet bedoeld om op te lopen. Omdat de glazenwasser dit toch deed, kwam het rooster los en viel de man naar beneden. Kortom, het lag niet aan het rooster, maar aan de actie van de man zelf waardoor hij ten val kwam.
De rechtbank is het niet eens met het verweer van de pandeigenaar en verwijst naar artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel is de eigenaar van een gebouw of ander bouwwerk aansprakelijk voor schade die ontstaat door een gebrek aan dat bouwwerk.
Er wordt gesproken over een gebrek als een bouwwerk niet voldoet aan de veiligheidsnormen die eigenlijk wel mogen worden verwacht. Een gebrek brengt ook risicoaansprakelijkheid met zich mee. De eigenaar kan hierdoor aansprakelijk worden gesteld voor de schade, ongeacht of hij op de hoogte was van het gebrek.
De rechter is van mening dat de constructie met het luifel eruit zag alsof er wel op gelopen kon worden. Er waren geen concrete aanwijzingen dat de constructie niet sterk genoeg was, doordat de roosters niet goed vast zaten. De rechtbank stelt dan ook dat de glazenwasser mocht verwachten dat hij veilig op de luifel kon staan en lopen. Bovendien staat vast dat het rooster niet (meer) stevig vast zat en dat de glazenwasser hier niet van op de hoogte was. De klemmen waarmee het rooster vast zat, waren niet goed aangedraaid. Hierdoor kon het rooster verschuiven en uiteindelijk ook loskomen. Volgens de rechtbank is daarom sprake van een gebrek.
De rechtbank wijst ook het beroep van de pandeigenaar op eigen schuld van de glazenwasser af. Omdat de constructie van het luifel de indruk wekte stevig genoeg te zijn, kon de glazenwasser erop vertrouwen dat hij daar veilig op kon staan. Het letsel is volgens de rechtbank dus een gevolg van de gebreken aan het luifel. De pandeigenaar is daarom volgens de rechter aansprakelijk en moet de glazenwasser alvast een voorschot van 25.000 euro op de schadevergoeding betalen aan de glazenwasser.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311.